Tokyo II

We besluiten op het laatst om onze laatste week Japan in Tokyo te blijven. We zijn het constant verkassen een beetje zat en Tokyo is zo groot, er valt zo veel te zien. Prachtige parken, mooie musea, giga winkels en kleine maar zeker niet minder charmante straatjes en overal kun je heerlijk eten, van snack tot zoet op een parkbank of aan tafel. En tussen de gigantische gebouwen tref je dan pareltjes aan als je je even van de mainstream losweekt. Het is een stad waar het huren van een 25 m2 appartement evenveel kost als de gemiddelde huur van een eensgezinswoning in Nederland. Het is er propvol en toch is er een rust op straat. Veel verkeer en toch is het rustig. Een vol station tijdens de ochtendspits en je hoort de vogeltjes fluiten (op sommige stations komt dit overigens uit een luidspreker). Prachtig onderhouden bomen, waaronder heel veel Ginko bomen. Wachten op je beurt, voor metro of winkel, doe je netjes in een rij. Nergens het gevoel krijgen dat je als toerist wordt belazerd. We worden er nog rustiger door en als er dan luidruchtige mensen zijn, dan zijn het in 99,99 van 100 gevallen toeristen. Wat zou het toch mooi zijn als die zich zouden proberen te mengen in de adem van het land. 

Japan is niet alleen maar rozengeur en maneschijn, het is ogenschijnlijk superschoon, het valt je direct op als er vuil op straat zwerft. Geen prullenbak te bekennen als je door de stad loopt, bij je houden en thuis dumpen. Maar dan merk je hoe snel je een boel vuil verzamelt. Heel veel is verpakt in plastic, bij het kopen van bijvoorbeeld een bentobox, krijg je standaard een nat doekje in plastic, een plastic tas en niet te vergeten de bentobox, waarin de verschillende onderdelen zijn geplaatst op plastic onderzettertjes en/of gescheiden worden door plastic groenstroken. Eetstokjes in papier maar de tandenstoker in plastic. Box is netjes verpakt in papier en soms is de box zelf omwikkelt met cellofaan. Van een lunch met zijn tweeën heb je al een heleboel plastic afval. Zou mooi zijn als daar een milieuvriendelijkere oplossing voor zou komen. En met de komende Olympische Spelen in 2020 en een verwachte toeristenstroom van 40 miljoen, is de stad een flinke uitdaging aangegaan. Je maakt niet makkelijk contact met Japanse mensen en ze komen ook wel wat afstandelijk over. Zijn heel behulpzaam, maar worden, denken we, belemmerd door het niet beheersen van een gemeenschappelijke taal. En ook als er Engels wordt gesproken of wij, met het boekje in de hand, ons dapper begeven op het Japanse speelveld. We begrijpen elkaar vaak niet omdat de uitspraak niet herkenbaar is. Maar in zulke gevallen was het contact toch altijd heel charmant en waardevol.

We hebben het nodige gekocht, want je kunt je voorstellen dat we onze ogen niet in onze zak hebben en dat we veel leuke dingen hebben gezien die we de moeite waard vonden. De handbagage reistas wordt gepromoveerd tot ruimbagage en volgepropt. Onze koffer wordt netjes verpakt en alle kleding (vuil of niet vuil) fungeert als buffer voor onze breekbare aankopen. Maar hoe kom je er nu achter of je binnen de 23 kg blijft. Een weegschaal zou mooi zijn, Japan zou Japan niet zijn als je voor het incheckpunt van je bagage een weegschaal aantreft met een prachtige ruime roestvrijstalen tafel voor het herverdelen van de boedel. 

We hebben de PASMO card (smart card waarmee je kunt betalen, metro, winkels) bewaard en de Yen biljetten in onze portemonnee laten zitten. We zijn nog niet klaar in Japan.



Bunraku

Bunraku is een poppenspel, waarbij drie poppenspelers één pop bedienen. Hoofdspeler houdt zich bezig met hoofd en rechterhand. De tweede en derde speler, respectievelijk de rechterhand en de benen. Het podium is zo gebouwd dat je de benen van de poppenspelers niet ziet en met uitzondering van de hoofdspelers, hebben de spelers zwarte kleding aan en een zwarte kap over het hoofd. Meer info kun je makkelijk vinden op Wikipedia.

Het National Theatre  is de plaats waar we moeten zijn, we hebben de kaartjes twee dagen eerder al opgehaald, dus we lopen alsof het dagelijkse kost is, in de kortste lijn van metrostation naar het theater. We hadden ons schoonste goedje aangetrokken, we hadden namelijk toen al gezien dat het echt een uitje was. Wat ons ook opviel was dat de meeste gasten een tas bij zich hadden. Helaas wordt ook hier aangegeven dat het niet is toegestaan om tijdens het spel foto’s te maken. Nee anders geformuleerd, ‘zou u willen afzien om foto’s te maken’.

Het verhaal hebben we al gelezen, maar een vertaling in het Engels via een zendertje, is wel heel fijn. Het is prachtig om te zien hoe de poppenspelers de poppen bespelen en de toeschouwers meenemen in het verhaal. De verteller speelt vaak alle rollen en verdraait en vervormd zijn stem en zijn hele gezicht om de juiste toon aan te slaan. (Trouwens, geen enkele vrouw in het ensemble, voor zover zichtbaar).

Na twee stukken sluit het gordijn en de hele zaal komt in beweging, zonder enig geluid te maken. Plots zien we de tasjes weer opduiken en binnen een 30 seconden ben je omgeven door etende en drinkende mensen. (Er wordt heel weinig gepraat viel ons op, geen goedendag als er mensen naast je komen zitten, geen prietpraat zogezegd. Nog geen kuch gehoord tijdens de voorstelling, je kunt je dus wel voorstellen hoe ik me voelde toen ik een kriebel kreeg. Het zweet brak me zowat uit, gelukkig nog een fles water bij ons.) We hadden beter moeten weten, de voorstelling duurt van 16:00 tot 20:45, dan moet je wel eten meenemen. Na de pauze van een half uur gaat het verder en als het verhaal zijn einde nadert zijn we ook benieuwd hoe het zal gaan met het eindapplaus. (het was een stuk wat nog niet eerder in dit theater was vertoond) Staande ovatie en meerdere malen gordijn open en dicht? We kunnen er kort over zijn, het applaus duurde net zo lang als het sluiten van het gordijn, plus nog eens vijf seconden en daarna snelden men zich naar buiten alsof iedereen zijn plas had zitten ophouden en het punt van uitbarsting bijna was bereikt. Binnen 2 minuten was de zaal leeg en zaten wij nog na te gloeien van de voorstelling. Buiten was ook al iedereen vertrokken via taxi, bus of anderszins.

We zijn  bij ons hotel nog op zoek gegaan naar een restaurantje, want we krijgen altijd honger als we mensen zien eten.


Sumo worstelen

Via een organisatie hebben we twee kaarten voor het Sumo worstel toernooi in Tokyo kunnen kopen, we hebben er direct een pakket B bij gekocht. Het was even spannend of het nog wel zou lukken maar kort voor ons vertrek kregen we dan toch een verlossend mailtje, met een kleine aanpassing is het toch gelukt. In plaats van plaatsen in sector A hebben nu plaatsen in B, nog verder van de wedstrijdvloer, dat wordt een verrekijker meezeulen.

Vandaag is het dan zover, de poorten gaan om 10:30 open gaan en dan is het de beurt aan de ‘beginnende’ worstelaars, we besluiten om 12.00 aan te sluiten. Onderweg naar de arena, we hebben deze ochtend licht ontbeten, sprokkelen we een lekkere vroege lunch bij elkaar, waar we smakelijk van genieten. Verder lopend naar de arena vragen we ons af waar het tweede kaartje nou eigenlijk voor is, iets met food & souvenir en bier? Nou dat tikken we dan ook wel even weg als we daar zitten, want het laatste partijtje is om 18:00 uur. We moeten bij aankomst direct ons pakket ophalen bij stand nummer 10. Een hele gang vol met stands waar massa’s bestellingen klaarstaan, variërend van lunchbox tot formaat AH boodschappentas compleet met flessen sake. We hebben nog een bescheiden formaat tas, een lunch formaat bento box, gehaktballetjes, yakitori (kip op stokje), blik bier, kaas, nootjes, rijstcrackers, koude japanse thee, chocolade in de vorm van een sumo worstel platform en twee bekers als souvenir. Oh ja en dat per persoon, we hadden er lekker twee van besteld. Het is maar goed dat de dag tot 18:00 uur duurt, dat wordt hard werken voor ons.

Het is schitterend om mee te maken. Direct rond de iets verhoogde speelvloer zijn de duurste plekken, een kussen van een vierkante meter, daarna komen de plakken waar je met vieren op matjes kunt zitten. Vervolgens worden het stoelen met een opklapbaar tafeltje en dan krijg je de gewone zitplaatsen, met stoelen die het nodige hebben meegemaakt, in de zin van gemorst eten en drinken, juist sectie B. Iedereen is aan het eten en kijken en een enkele keer wordt er iets keihard geroepen. Wij nemen aan dat het de naam van de worstelaar is, want ook hier zijn er natuurlijk favorieten. En bij de topworstelaars merk je dat meteen, want dan worden er mannen in kimono met een sponsordoek het speelvlak opgestuurd. Iedere sponsor stelt dan een envelop ter beschikking aan de winnaar van de komende partij. We zagen bij een partij wel 32 doeken voorbijkomen, volgens de Japanse buurman zou dat de winnaar zo’n 2 miljoen yen opleveren (16.000 keiharde eurootjes). In Nederland wordt er lacherig over gedaan en in sommige pretparken kun je je in een sumo pak hijsen en loop je als een gans en zweet je als een spons. Zeker, het merendeel van de sumo worstelaars is loeizwaar, maar dat hoort bij die sport, massa. Maar ze zijn verrassend lenig, beresterk en explosief. Als zo’n locomotief van een kerel op me afkomt, dan moet ie van verrekte goede huize komen wil ie mij op de eerste tien meter kunnen pakken, maar mocht het mij niet lukken om de sprint te winnen dan word ik platgewalst, als het spreekwoordelijke dubbeltje. Elk wedstrijd is een aaneensluiting van rituelen en de scheidsrechter met zijn prachtige kleding en prachtige hoofddeksel maakt het geheel af. (bij de beginners liep de scheids op blote voeten en een redelijk korte kimono outfit en had hij een simpel waaiertje in de hand, maar bij de topworstelaars gaat ook bij de scheids alles een tandje hoger, schoenen aan, langer gewaad, rijker versierd en een met koper afgewerkte houten waaier.) In de beschrijving die we kregen stond bij de FAQ of er een kledingvoorschrift bestaat voor het bijwonen van een toernooi. De grapjassen schreven, als je maar meer aan hebt dan de worstelaars. Een soort lendendoek is hun hele outfit en daar wordt tijdens de wedstrijd ook nog eens flink aan getrokken. Je ziet bij sommige worstelaars dat het bovenlijf weleens heel zwaar oogt, zeg maar vet, met borsten en grote buiken. Maar hun onderstel is zonder uitzondering puur spieren. Het is prachtig om te zien maar onze zitplaatsen (hoog in de zaal) in combinatie met de groothoeklenzen die we bij ons hebben, leveren zoekplaatjes op. We hebben daarom een enkele foto, gesneden om het beter zichtbaar te kunnen maken. 

Het is ons niet gelukt om de hele tas leeg te eten, het leken wel sumo-worstelaar porties. Dus netjes meegenomen naar ons hotel, daar kunnen we nog wel twee dagen mee vooruit.


Fujisan

We gaan weer richting Tokyo en besluiten om een kleine stop te maken in het plaatsje Fujinomiya. Vanuit dit plaatsje hopen we zicht te hebben op Mount Fuji (Fujisan) de 3776 meter hoge vulkaan met zijn bijna perfecte symmetrische vorm. We hebben de berg een keer vanuit het vliegtuig kunnen zien, maar om de berg vanaf de grond te kunnen bewonderen en zo zijn ware grootte in de juiste verhouding te kunnen zien zou helemaal mooi zijn. We weten dat het in dit jaargetijde moeilijk wordt en dat je veel geluk moet hebben om de berg te kunnen zien. ‘s Morgens maak je dan de meeste kans en dan moeten we dus vroeg op. Om 4:30 uur lopen we naar buiten en zien door de wolken een gedeelte van de westelijke helling als een redelijk scherpe lijn tussen de wollige wolkpartijen. We besluiten geen foto te maken, omdat de rest van de foto gevuld zou zijn met gebouwen en dat is niet mooi in het bedachte beeld. We lopen naar het Mount Fuji Heritage center (prachtig gebouw overigens) om daar het mooie moment te kunnen vastleggen als Fujisan te zien zal zijn.

Helaas hebben we alleen een hele vage top kunnen zien, maar het kan ook zijn dat we het ons verbeeld hebben. (Kunnen ons nog goed herinneren dat we jaren terug in Canada reden tegen de avondschemer om te kijken of er misschien beren te zien zouden zijn. We geloofden dat we in iedere donkere vlek, en in de schemer zijn dat er nogal wat, een zwarte beer meenden te herkennen.) We besluiten zelfs een trein later te nemen, omdat we hopen dat het meer zal opklaren. En dat deed het ook, blauwe luchten kwamen te voorschijn, maar op de plek waar Fujisan te zien zou moeten zijn alleen maar dikke vette wolken en niet eens meer een schrijntje van een helling.

We houden de komende dagen de weersverwachtingen in de gaten en als het weer gunstig is dan nemen we vanuit Tokyo de trein naar Fujinomiya (ritje van ongeveer 2 uur) en proberen we ons geluk nog een keer.  Dit keer dus wat foto’s van het Mount Fuji Heritage Center en Fujinomiya in de vroege uurtjes.

In het plaatsje hebben we twee keer in een klein zaakje gegeten. De man en vrouw waren heel aardig, wij waren de enige klanten de overige in het pand waren kinderen en kleinkinderen die er niet woonden, maar daar kwamen eten. Via het Japan Wat & Hoe boekje probeerden we elkaar te begrijpen. Maar het blijft heel moeilijk, wij spreken de Japanse woorden zo uit dat zij het niet begrijpen en wij kunnen geen koek bakken van de Engelse woorden die zij uitspreken. Maar toch een hele leuke avond gehad waarbij een kleinzoon zijn Engels kon oefenen en wij wat zeevruchten konden proeven die nog niet eerder aan bod waren gekomen, bijvoorbeeld zee-egel.

Bij het ontbijt van het hotel, wat gericht is op de Japanse zakelijke klant, heb ik (John) ook, met hulp van een Japanse tafelgenoot, natto geprobeerd. Natto zijn gefermenteerde bonen, die als je die flink roert met je eetstokjes, schuimig plakkerig worden. Het ziet er niet echt appetijtelijk uit, maar ik wilde het toch proberen. In Japan is het onderdeel van het ontbijt, en schijnt ook heel goed voor de maag te zijn, dus roeren geblazen. Ik heb het niet allemaal opgegeten, aparte smaak en geur, ik was er niet meteen fan van, foto is bijgesloten voor de geur moet je maar je fantasie gebruiken.


Cirkel is rond

Het was 2012 in Singapore dat we in een etalage van Louis Vuitton (een Frans modehuis, wereldberoemd om zijn tassen), grappige zeeanemoon-achtige objecten zagen staan, rood met witte polka dots. We hebben er toen een aantal foto’s van gemaakt. Jaren later lazen we dat deze objecten waren gemaakt door een Japanse avant-garde kunstenares. 

Bij het voorbereiden van deze vakantie besluiten we (zie eerdere blog) het art eiland Naoshima te bezoeken. Daar stonden twee pompoenen van deze Japanse kunstenares. Yayoi Kusama, levend en werkend in Tokyo en inmiddels al goed in de tachtig en nog elke dag schilderijen makend. Blijkt dat er in Tokyo een museum van haar is, maar daar moet je voor reserveren en dan krijg je negentig minuten de tijd. Helaas was de eerstvolgende vrije plek pas begin augustus. We gaan er misschien nog naar toe, maar dan voor het gebouw, schijnt heel bijzonder te zijn.

Maar….wij hebben geluk, blijkt er in de stad waar we nu zijn, Matsumoto, een expositie ‘All about my love’  van Yayoi Kusama te zijn in het Art Center. En daar zijn we vandaag naar toe geweest en het was ontroerend mooi. Helaas mochten er binnen van de installaties geen foto’s worden gemaakt. Van haar schilderijen en installaties in de buitenlucht weer wel, krijg je toch nog een idee.

Using Format